Heb jij dat ook dat als je naar een andere horecazaak toegaat dat je de hele menukaart gaat bestuderen? Je wil de gedachte van de chef achter de gerechten begrijpen, je wil nieuwe inspiratie opdoen voor je eigen zaak en je wil zien welke ingrediënten er allemaal gebruikt worden in ieder gerecht.
Je raakt geïnteresseerd door leuk taalgebruik en geïrriteerd door spellingsfouten. Maar de belangrijkste vraag is waarom loopt het water in je mond bij het zien van de ene menukaart, maar besluit je niks te bestellen bij het zien van een andere menukaart?
Er zijn een aantal zaken die hiermee te maken hebben:
1. Kort maar krachtig
Zorg ervoor dat de omschrijving bij je gerecht kort en krachtig is. Maak een lijst van de ingrediënten die het gerecht vormgeven zodat de gast weet wat hij kan verwachten aan smaken.
2. Unique selling point
Als een gerecht wordt gemaakt van lokale producten, zet dit er dan bij. Een gast zou hierdoor getriggerd kunnen worden. Mensen vinden het leuk om te zien waar een product vandaan komt. Denk ook aan ‘chefs choice’, hiermee laat je zien dat de chef dit gerecht aanraadt. Je zult zien dat veel gasten hierom het gerecht gaan bestellen.
3. Overtreffende woorden
Jij wil natuurlijk niets anders dan vertellen hoe geweldig, overheerlijk, fantastisch en om je vingers bij af te likken zo lekker je gerechten zijn. Gebruik van deze woorden is niet verkeerd, maar probeer hier wel een balans in te vinden en laat deze uitspraken aan de gast over.
4. Maak het persoonlijk
Gebruik woorden zoals ‘huisgemaakte appeltaart’, ‘zelfgemaakte frietjes’ of ‘grootmoeders recept’. Hierdoor krijgt de gast een band met jouw horecazaak. Je geeft in deze gerechten namelijk iets van jezelf weg.
5. Gebruik leuke termen
Steeds vaker worden leuke termen gebruikt zoals ‘het twaalfuurtje’ of ‘slaapmutsje’. Dit kan je over de drempel trekken om toch te bestellen. Als het twaalf uur is, het is lunchtijd en je ziet ‘het twaalfuurtje’ op de menukaart, ga je al snel denken “misschien moet ik toch maar wat pakken”.
Steeds meer cafés en barretjes gebruiken ook eigen termen voor bepaalde shotjes of cocktails. Voorbeelden van cocktailnamen die wij zijn tegengekomen zijn: “knock-out”, “onder de tafel” en “appeltje voor de dorst”.